Browsed by
Category: Video

Op de huid

Op de huid

Une vie
Judith Chemla als Jeanne en Swann Arlaud als Julien in ‘Une vie’ van Stéphane Brizé. copyright: allocine.fr

(BOS) Het meest opvallend aan de film ‘Une vie’ van Stéphane Brizé is het beeldformaat. Dat is bijna vierkant, zoals we dat kennen uit de periode van de stomme film waar geen hedendaags bioscoopdoek meer op ingesteld is. Dat bleek ook tijdens de vertoning in ‘Images’ in Groningen, waar het zwarte kader links en rechts noodgedwongen ontbrak zodat het beeld niet mooi scherp was begrensd. Gelukkig had Brizé de bedoeling om ons als kijkers zo dicht mogelijk op de huid van de scène en de personages te drukken. Zozeer zelfs dat je als het ware wordt opgenomen in de intimiteit tussen de personages, bij het kussen, het vrijen, het ruzie maken. Waardoor bijvoorbeeld de verbale agressie van Julien, de echtgenoot van Jeanne, tegen zijn vrouw ook bij ons hard aankomt. Alsof niet alleen Jeanne maar ook wij midden in een storm van onbeheersbare woede terecht zijn gekomen. Zoals we ook bijna de huid van Julien en Jeanne voelen, zo close beweegt de camera zich langs hun gezichten als Jeanne door Julien in een uitgesponnen scène wordt ‘genomen’. We zien en ervaren de angst en onzekerheid van Jeanne of ze dit wel fijn moet vinden of dat het een fysieke inbreuk op haar onervaren persoon is.

‘Une vie’ is een filmadaptatie van de roman ‘Une vie ou l’humble vérité’ (Een leven of een schamele waarheid) uit 1883 van de Franse schrijver Guy de Maupassant wiens oeuvre, los van een hoeveelheid scabreuze verhalen, uit naturalistische romans over vrouwenlevens bestaat. ‘Une vie’ beschrijft dertig jaar van het leven van Jeanne (Judith Chemla) en speelt zich af aan de Normandische kust waar de natuur een grote rol speelt, wat in de film sfeervol wordt uitgebeeld in lange shots van de zee waar Jeanne urenlang naar kan zitten kijken.

Jeanne is een wat kinderlijke, naïeve vrouw, deels grootgebracht in een klooster. Ze heeft als koppig persoon geduldige, meegaande ouders. Julien (Swann Arlaud) is een onbetrouwbare losbol, uit op de familiebezittingen van Jeanne. Hij bezwangert dienstmeisje Rosalie al voordat hij met Jeanne feitelijk getrouwd is en blijft Jeanne bedriegen. Van liefde voor haar is al gauw weinig sprake.
Rosalie is met Jeanne opgegroeid, ze zijn beide even oud en beschouwen elkaar bijna als vriendinnen. Dat Rosalie een dochtertje van Julien krijgt – Jeanne zal niet veel later van een zoontje bevallen – is dan ook een grote schok. Ook voor de familie, ook voor de kerk die een grote rol speelt in hun levens. De waarheid waar het in de oorspronkelijke titel om gaat, heeft in de ogen van de fanatieke priester bijna Oud-Testamentische proporties, maar blijkt slechts de schamele waarheid van het menselijk onvermogen te zijn. Als Julien ook nog met de vrouw van een bevriende familie in bed duikt, staat de waarheid zo hoog in het vaandel van de priester dat hij Jeanne min of meer dwingt om de bedrogen echtgenoot van het overspel op de hoogte te stellen. Het niet vertellen van de waarheid is immers een verraad aan God, de grootste zonde.
Wat Jeanne vreest, gebeurt. Het verandert haar leven volledig. Als de ouders zijn gestorven, keert Rosalie jaren later terug naar het landgoed waar Jeanne alleen en berooid woont.

‘La vie’ is een tamelijk larmoyante, typisch katholieke geschiedenis over onschuld, schuld en kleinmenselijke bekrompenheid die kenmerkend is voor de 19de-eeuwse romancultuur. In 1957 vond al een mooie, klassieke verfilming plaats door de Franse cineast Alexandre Astruc met Maria Schell in de rol van Jeanne. Stéphane Brizé stond echter een heel andere aanpak voor ogen. Hij dwingt ons met zijn benauwde beeldkader intieme getuigen te zijn, zodat de opgeslotenheid van Jeanne voelbaar wordt. Alsof wij toeschouwers zelf Jeanne zijn.
Door de trage verteltrant, de lang uitgesponnen scènes, de stiltes die er vallen, word je als het ware opgenomen in een ander tijdsverloop, een andere manier van voelen en denken, al is alles tegelijkertijd heel vertrouwd omdat verlangen, verlies, hoop en teleurstelling van alle tijden zijn. De flashbacks van Jeanne zijn herinneringen aan gelukkiger tijden en helpen haar het leven te overleven. Ze vloeien als het ware uit de actuele gebeurtenissen tevoorschijn. Soms zijn ze geluidloos om te benadrukken dat het inderdaad herinneringen aan gelukkige momenten zijn, die als tegenwicht dienen voor het ongelukkige leven van Jeanne.
Deze mooie, heel zorgvuldig opgebouwde en poëtische manier van vertellen door middel van beelden is een van de grootste kwaliteiten van ‘Une vie’.

 

Vanessa Bell : zoeken naar vrijheid

Vanessa Bell : zoeken naar vrijheid

 

by Vanessa Bell (nÈe Stephen), oil on board, 1912
Vanessa Bell: ‘Virginia Woolf’ (1912) olieverf op karton (40x34cm). copyright: 1961 – Estate of Vanessa Bell

(BOS) Dit portret van de Engelse schrijfster Virginia Woolf werd geschilderd door haar oudste zuster Vanessa Bell (1879-1961). Het hangt op de grote overzichtstentoonstelling van Vanessa Bell in Londen. Vanessa Bell was lid van de zogenaamde Bloomsbury Group, bestaande uit schrijvers, intellectuelen en schilders die de moderne cultuur in Engeland vorm gaven.

Als je kijkt naar wat er rond 1900 gewoonlijk geschilderd werd, zie je meteen hoe modern, licht en speels het werk van Vanessa Bell is. Geel en rood zijn de kleuren die haar werk domineren, wat ook betekent dat er van drama nauwelijks sprake is, al biedt het blauw in dit schilderij daaraan een mooi tegenwicht. De Engelsen in haar tijd vonden het maar wonderlijk zoals ze schilderde. Ze had immers haar opleiding vaan het voorname Royal Academy gedaan en les gehad van schilderberoemdheden als John Singer Sargent en James McNeill Whistler.
In 1901 sloeg haar aanvankelijk wat academische stijl vrij plotseling om in een zoeken en experimenteren. Daar werd verbaasd tegenaan gekeken. Het zijn steeds abstracter wordende vormen, tot ze vanaf 1910 als eerste Engelse kunstenaar helemaal abstract ging werken in composities met cirkels en vierkanten. Abstract, maar toch heel schilderachtig. Het beweeglijke en onbekommerde in haar schilderijen doet denken aan het werk van Henri Matisse. Virginia Woolf typeerde haar werk als van een ‘ruwe welsprekendheid’.
Vanessa Bell keek gretig naar de artistieke ontwikkelingen op het continent en ging al snel haar eigen weg in een vrije, moderne, decoratieve stijl met een heel persoonlijk palet. In dat opzicht was ze een van de belangrijkste gangmakers van de Bloomsburygroep. Wat Virginia in haar boeken nastreefde, vrijheid en een onconventionele stijl, bereikte Vanessa in haar schilderijen.
Zo lijkt dit portret van haar zuster met een breiwerkje in onze ogen misschien wat braaf, maar dat was het in 1912 toen het werd geschilderd zeker niet. De avant-garde in Europa was immers nog maar net van start gegaan. Je ziet aan de manier waarop Vanessa Bell alles opdeelde in kleurvlakken, dat het een ongewoon en experimenteel portret is. Daarin benadrukt ze het karakter en de houding van Virginia zoals ze die weergeeft met opgetrokken schouders weggedoken in de hoge fauteuil. Het is een vorm- en kleurexperiment, maar het is ook een psychologisch portret.
Op dezelfde gedurfde en schilderachtige manier maakte Vanessa Bell karakteristieke interieurstudies en portretten van de andere leden van de Bloomsbury Group. Een aangename kennismaking met de moderniteit.

Tentoonstelling 8 februari t/m 14 juni in de Dulwich Picture Gallery
Ontdek het verhaal achter Bell’s portret van David Garnett door co-curator Ian Dejardin:

Hoe schilder je een landschap

Hoe schilder je een landschap

IMG
Zwarte plaats 1, 1944 olie op linnen, 66 x 76,6 cm

‘Ik dacht dat iemand me kon vertellen hoe je een landschap moet schilderen, maar ik heb die persoon nooit gevonden. Er zat niks anders op dan te gaan zitten en het te proberen. Ik dacht er moet toch iemand zijn die het me kan leren…maar ik ontdekte dat niemand dat kon. Ze konden me vertellen hoe zij hun landschap schilderden, maar ze konden me niet vertellen hoe ik het mijne moest schilderen’.

Georgia O’Keeffe
(HONDERS) 1887 – 1986 Georgia O’Keeffe was een Amerikaans kunstschilder. Haar werk neemt een baanbrekende positie in binnen de Amerikaanse schilderkunst en speelt zich af in het grensgebied tussen figuratie en abstracte kunst.

Georgia O’Keeffe kwam uit een grote familie, zij was de tweede van zeven kinderen. Al vroeg besloot ze kunstschilder te worden en werd daarin ondersteund door haar moeder zodat ze al op jonge leeftijd schilderles kreeg.

In 1924  trouwde ze met Alfred Stieglitz, die haar als fotograaf al enkele jaren eerder had gevraagd model te komen staan voor zijn camera. Ze vond haar artistieke inspiratie sinds circa 1930 vooral in New Mexico, waar zij zich in 1949, na het overlijden van haar man, in Abiquiú vestigde en waar in 1997 haar woonhuis als museum aan haar werk werd opgedragen. Ze ontving belangrijke Amerikaanse onderscheidingen, zoals de Presidential Medal of Freedom, de hoogste onderscheiding die een Amerikaans staatsburger kan krijgen. In 1985 ontving ze de National Medal of Arts, de hoogste onderscheiding die een artiest in de Verenigde Staten kan krijgen. Toen ze in 1986 overleed was zij 98 jaar.

Terugkerende onderwerpen in haar schilderijen zijn bloemen, rotsen, schelpen, dieren, beenderen en landschappen. Haar schilderijen laten vaak abstraherende contouren en vormen zien met subtiele tonen in verschillende kleuren. Vaak vervormde ze haar onderwerpen tot krachtige, bijna abstracte afbeeldingen. Ze heeft een belangrijke rol gespeeld door een ‘Amerikaanse’ schilderstijl naar Europa over te brengen in een tijd dat de meeste invloed in tegenovergestelde richting ging. Ze was daarmee een van de weinige vrouwen die op dit niveau professionele invloed had. In de jaren 70 begon ze ook met het maken van beelden in klei. In haar late werk schilderde zij grote wolkenformaties die ze vanuit een vliegtuigraam had waargenomen.