Browsed by
Author: Bos

Op de huid

Op de huid

Une vie
Judith Chemla als Jeanne en Swann Arlaud als Julien in ‘Une vie’ van Stéphane Brizé. copyright: allocine.fr

(BOS) Het meest opvallend aan de film ‘Une vie’ van Stéphane Brizé is het beeldformaat. Dat is bijna vierkant, zoals we dat kennen uit de periode van de stomme film waar geen hedendaags bioscoopdoek meer op ingesteld is. Dat bleek ook tijdens de vertoning in ‘Images’ in Groningen, waar het zwarte kader links en rechts noodgedwongen ontbrak zodat het beeld niet mooi scherp was begrensd. Gelukkig had Brizé de bedoeling om ons als kijkers zo dicht mogelijk op de huid van de scène en de personages te drukken. Zozeer zelfs dat je als het ware wordt opgenomen in de intimiteit tussen de personages, bij het kussen, het vrijen, het ruzie maken. Waardoor bijvoorbeeld de verbale agressie van Julien, de echtgenoot van Jeanne, tegen zijn vrouw ook bij ons hard aankomt. Alsof niet alleen Jeanne maar ook wij midden in een storm van onbeheersbare woede terecht zijn gekomen. Zoals we ook bijna de huid van Julien en Jeanne voelen, zo close beweegt de camera zich langs hun gezichten als Jeanne door Julien in een uitgesponnen scène wordt ‘genomen’. We zien en ervaren de angst en onzekerheid van Jeanne of ze dit wel fijn moet vinden of dat het een fysieke inbreuk op haar onervaren persoon is.

‘Une vie’ is een filmadaptatie van de roman ‘Une vie ou l’humble vérité’ (Een leven of een schamele waarheid) uit 1883 van de Franse schrijver Guy de Maupassant wiens oeuvre, los van een hoeveelheid scabreuze verhalen, uit naturalistische romans over vrouwenlevens bestaat. ‘Une vie’ beschrijft dertig jaar van het leven van Jeanne (Judith Chemla) en speelt zich af aan de Normandische kust waar de natuur een grote rol speelt, wat in de film sfeervol wordt uitgebeeld in lange shots van de zee waar Jeanne urenlang naar kan zitten kijken.

Jeanne is een wat kinderlijke, naïeve vrouw, deels grootgebracht in een klooster. Ze heeft als koppig persoon geduldige, meegaande ouders. Julien (Swann Arlaud) is een onbetrouwbare losbol, uit op de familiebezittingen van Jeanne. Hij bezwangert dienstmeisje Rosalie al voordat hij met Jeanne feitelijk getrouwd is en blijft Jeanne bedriegen. Van liefde voor haar is al gauw weinig sprake.
Rosalie is met Jeanne opgegroeid, ze zijn beide even oud en beschouwen elkaar bijna als vriendinnen. Dat Rosalie een dochtertje van Julien krijgt – Jeanne zal niet veel later van een zoontje bevallen – is dan ook een grote schok. Ook voor de familie, ook voor de kerk die een grote rol speelt in hun levens. De waarheid waar het in de oorspronkelijke titel om gaat, heeft in de ogen van de fanatieke priester bijna Oud-Testamentische proporties, maar blijkt slechts de schamele waarheid van het menselijk onvermogen te zijn. Als Julien ook nog met de vrouw van een bevriende familie in bed duikt, staat de waarheid zo hoog in het vaandel van de priester dat hij Jeanne min of meer dwingt om de bedrogen echtgenoot van het overspel op de hoogte te stellen. Het niet vertellen van de waarheid is immers een verraad aan God, de grootste zonde.
Wat Jeanne vreest, gebeurt. Het verandert haar leven volledig. Als de ouders zijn gestorven, keert Rosalie jaren later terug naar het landgoed waar Jeanne alleen en berooid woont.

‘La vie’ is een tamelijk larmoyante, typisch katholieke geschiedenis over onschuld, schuld en kleinmenselijke bekrompenheid die kenmerkend is voor de 19de-eeuwse romancultuur. In 1957 vond al een mooie, klassieke verfilming plaats door de Franse cineast Alexandre Astruc met Maria Schell in de rol van Jeanne. Stéphane Brizé stond echter een heel andere aanpak voor ogen. Hij dwingt ons met zijn benauwde beeldkader intieme getuigen te zijn, zodat de opgeslotenheid van Jeanne voelbaar wordt. Alsof wij toeschouwers zelf Jeanne zijn.
Door de trage verteltrant, de lang uitgesponnen scènes, de stiltes die er vallen, word je als het ware opgenomen in een ander tijdsverloop, een andere manier van voelen en denken, al is alles tegelijkertijd heel vertrouwd omdat verlangen, verlies, hoop en teleurstelling van alle tijden zijn. De flashbacks van Jeanne zijn herinneringen aan gelukkiger tijden en helpen haar het leven te overleven. Ze vloeien als het ware uit de actuele gebeurtenissen tevoorschijn. Soms zijn ze geluidloos om te benadrukken dat het inderdaad herinneringen aan gelukkige momenten zijn, die als tegenwicht dienen voor het ongelukkige leven van Jeanne.
Deze mooie, heel zorgvuldig opgebouwde en poëtische manier van vertellen door middel van beelden is een van de grootste kwaliteiten van ‘Une vie’.

 

De laatste sluier

De laatste sluier

Salome Foto Baus
Malin Byström als Salome in de gelijknamige opera van Richard Strauss door
de Nationale Opera.  Foto: Clärchen&Matthias Baus

(BOS) Er zijn van die operauitvoeringen die historie schrijven. ‘Salome’ van Richard Strauss door De Nationale Opera met het Concertgebouworkest onder leiding van chef-dirigent Daniele Gatti is zo’n historisch moment. Het verhaal is bekend, Salome is het synoniem voor het ultieme kwaad. Weinig vrouwen uit de cultuurgeschiedenis zijn zo vaak afgebeeld en uitgebeeld als Salome, want een 16-jarige verpersoonlijking van boosaardige, vrouwelijke verleiding spreekt enorm tot de verbeelding. Daarbij schokkend, zeker voor het publiek in de tijd van toneelschrijver Oscar Wilde en Richard Strauss. Salome was immers de bijbelse vrouw die, o gruwel, het hoofd van Johannes de Doper opeiste om er mee te vrijen.

Wie gewend is aan horrorfilms of aan series als ‘Game of Thrones’ kijkt nergens meer van op. Maar Salome als opera is wel even wat anders. Dat is behalve pervers drama over incest en necrofilie, een muzikale belevenis van de hoogste orde. Uitgevoerd door een orkest en dirigent die er voor zorgen dat het drama en de schokmomenten vooral uit de orkestbak komen zodat de gebeurtenissen op het toneel, in de regie van Ivo van Hove, danig worden versterkt. Alle verlangens, verleidingen, verschrikkingen en angsten krijgen door de muziek van Richard Strauss een bijna ondraaglijke betekenis. Daniele Gatti leidt zijn orkest krachtig, ingehouden, mysterieus en exuberant naar het dramatische hoogtepunt.
Salome is dit keer geen donkerharige schoonheid, maar de Zweedse, hoogblonde sopraan Malin Byström die Salome voor de eerste keer zingt. De vanzelfsprekendheid waarmee ze haar prachtige en krachtige stem boven het orkestgeweld uit laat klinken, is fenomenaal.

Bij Oscar Wilde is Salome een radeloos en in wezen angstig mensenkind, slachtoffer van incest, eenzaamheid en een manipulerende moeder en stiefvader. Strauss heeft dat heel goed aangevoeld. Zijn muziek is daardoor een vorm van psychoanalyse, waarin het karakter van Salome wordt ontleed en geduid. Het gaat minder om het lichamelijke, maar om het psychische drama. Malin Byström doet vervolgens een onvolkomen, bijna ontroerende poging tot erotisch bewegen, tijdens de beroemde sluierdans. Een zware opgave. Het lukt haar bij vlagen, de dans duurt tien minuten, maar soms ook niet. Salome gaat weliswaar over erotiek, maar in wezen om wat erachter schuilt. De laatste sluier onthult juist haar hoofd, niet haar naaktheid. Bij dat alles volgt de maan op het minimalistische achterdoek haar baan, kleurt bloedrood als Salome het hoofd van Jochanaan (Johannes de Doper) eist, en verandert tot slot in een schrikwekkende maansverduistering.

‘Salome’, een Holland Festivalproductie door de Nationale Opera m.m.v. het Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti is in het Amsterdamse Muziektheater nog te zien op dinsdag 27 juni (20 uur), zondag 2 juli (14 uur) en woensdag 5 juli (20 uur).

Deze tekst werd eerder geplaatst in het
Dagblad van het Noorden, 23 juni 2017

De weg naar de vrijheid

De weg naar de vrijheid

Visualia 1156 Lady MacBethFlorence Pugh als Katherine in ‘Lady Macbeth’ van William Oldroy.
Copyright: independent.co.uk

(BOS)Een grimmige ‘Lady Chatterley’s Lover’, zo zou je de roman ‘Lady Macbeth uit Mtsensk’ uit 1865 van de Russische schrijver Nikolaj Leskov kunnen noemen. Lady Chatterley van D.H.Lawrence (1928) werd gezien als een pornografische versie van ‘Madame Bovary’ van Gustave Flaubert en meteen verboden. Alledrie gaan ze over een vrouw die opgesloten zit in haar huwelijk en de zeden en gewoonten van haar tijd. Ze zoekt de vrijheid in een wilde affaire met een andere man. Als je de drie romans met elkaar vergelijkt, blijkt dat in Lady Macbeth uit Mtsensk de vrouwelijke hoofdpersoon een stuk krachtiger en opstandiger is uitgewerkt. Dat ze niet alleen veel explicieter voor haar seksuele behoeftes opkomt, maar ook meedogenlozer is in de wraak op degene die haar haar vrijheid ontnam. Als een Shakespeariaanse Lady Macbeth deinst ze zelfs niet terug voor moord.
De film ‘Lady Macbeth’ van William Oldroy sleurt ons zomaar de negentiende eeuw binnen, een tijd die zo dicht bij de onze ligt, maar zo anders was. Zoals mannen en vrouwen met elkaar omgingen. Ingesnoerde vrouwenlevens. Onbestorven weduwes.

De interieurs in de film doen denken aan die van de Deense schilder Vilhelm Hammershoi (1864-1916). Daarin is steevast een vrouw aanwezig, vaak van achteren bezien. We kijken naar haar zoals ze onderdeel is van het interieur, voor een kast, bij een tafel, achter een deuropening, of door een raam naar buiten staart. Ze kan de vrouw des huizes zijn, maar ook zomaar een dienstmeisje. Zonder betekenis. Zoals in ‘Lady Macbeth’ het dienstmeisje geen zelfbeschikkingsrecht heeft, zomaar een prooi van mannenhanden is, of van de grillen van mevrouw. Dat zien we in een confronterende stalscène hoe mannen dat dienstmeisje te grazen nemen. Waarbij ze nauwelijks verschil blijken te maken tussen het dienstmeisje en de vrouw des huizes. Omdat ook mevrouw een vrouw is. Je begrijpt niet dat Katherine (Florence Pugh) zich dat laat welgevallen. Sterker nog, dat deze ervaring juist haar verlangen wekt waardoor ze de knecht die haar lastig viel in haar slaapkamer binnenlaat.

Daar gaat het om in de novelle ‘Lady Macbeth uit Mtsensk’, om het verlangen begeerd te worden. Omdat dat verlangen niet wordt vervuld in het leven met haar welgestelde maar wrede echtgenoot. Opgesloten als ze wordt binnen de muren van het landhuis. En dan zo’n bronstige knecht waar de hitte van afstraalt. In haar seksuele drift wordt ze hem zelfs de baas. Haar lichaam is de enige sleutel naar de vrijheid.
Het verhaal sprak zo tot de verbeelding dat er toneelstukken en drie films van werden gemaakt, zelfs een complete opera van Dmitri Shostakovich. Snijdende, emotionele muziek, met meeslepende aria’s. De opera werd in 1936 door de Stalindictatuur verboden. Voor repressieve regimes is seksualiteit nu eenmaal het synoniem van anarchie. De opera volgt onverbloemd de roman. De seksscènes zijn in het theater zelfs explicieter dan in de film. Alles draait om het vleesgeworden verlangen naar aandacht en opwinding van de hoofdpersoon. Om haar honger naar het leven, haar drang om te overleven.

Operaregisseur William Oldroy heeft opvallend genoeg geen muziek in zijn film gestopt. De mise-enscène is sober, zoals we dat bij Hammershoi terugzien. Oldroy moet die schilderijen in gedachten hebben gehad. Een prachtig uitgangpunt, waar het leven teruggevallen is in een tijdloze stilte. Het enige geluid in de film is zo nu en dan een duistere grondtoon, waarbij een glimp van het landschap rondom wordt getoond. In zo’n uitgestorven wereld onder donkere wolkenluchten, is geen leven mogelijk. Je weet daardoor: het gaat mis. Maar je weet nog niet wanneer en met wie.

Omgespitte kluiten

Omgespitte kluiten

Visualia 1147 Massimo Bartolini
Massimo Bartolini: ‘Basamento’ 2011 – copyright: massimodecarlo 2017

 

(BOS) Een paar weken geleden bezochten we voor het eerst Museum Voorlinde in Wassenaar. Midden in zaal 3 van het splinternieuwe Museum Voorlinde struikelen we bijna over een hoop aarde. Pyke Koch hangt er ook, zijn Daphne uit 1948, een schilderij van een naakte vrouw die bezig is in een boom te veranderen. Het één is, als je er even over nadenkt, niet veel vreemder dan het andere. De hoop aarde, omgespitte kluiten, is gemaakt door de Italiaanse beeldhouwwer Massimo Bartolini (Cecina, 1962). Tijdens de Biënnale van Venetië in 2013 stortte hij enkele gangen in het Italiaanse paviljoen vol met brokken leisteen. Wij kennen in Nederland de Spaans-Nederlandse kunstenaar Laura Almarcegui die museumzalen vult met bergen puin. Het lijkt nergens over te gaan, maar als je het verhaal er achter kent, wordt het wel weer interessant.

Interessant daar in Venetië was bijvoorbeeld dat die brokken leisteen van Bartolini gewoon in brons gegoten waren. En vervolgens geschilderd in een leisteenkleur. Het was door die materiaalwisseling ineens kunst geworden, ook zonder dat je wist waarover het ging. Dat is op zich al een ontdekking bij jezelf, dat je merkt dat dat zo werkt.

Die Bartolini had er dus goed over nagedacht. En dat blijkt ook zo te zijn bij deze plak aarde. De bezoekers lopen er bijna zonder uitzondering onverschillig omheen. Wat moet je met aarde in een museum? Maar ook: wat moet je met een tot het Duitse fascisme bekeerde kunstenaar als Pyke Koch (1901-1991) die, vergeleken met al die enorme, abstracte, kleurige en confronterende eigentijdse kunst waar Museum Voorlinden vol mee staat, er ineens heel petiterig, kleurarm en saai bijhangt.
Dan daagt Bartolini tenminste uit om zijn werk misplaatst of belachelijk te vinden. Of juist heel origineel en veelzijdig. Een afgietsel van een brok aarde veelzijdig? Allereerst is het Italiaanse grond waar Bartolini een siliconenmal van heeft gemaakt zodat het in brons gegoten kon worden. De titel ‘Basemento’ kan slaan op een sokkel waar beelden op worden gezet, en dat, net zoals Rodin al deed, zelf een beeld is geworden. Een stuk Italië zomaar op de vloer van een Nederlands museum. Als je de moeite neemt op je knieën te gaan zitten en langs het object kijkt, is het of je een berglandschap ziet. De aarde, de bron van het leven, het rijk van de Onderwereld. Daar hebben kunstenaars al eeuwen wat mee. Het is even weggeweest, zulke verhalende verwijzingen, maar het is weer terug. Alleen in een andere vorm.

‘Full Moon’ Eersrte collectiepresentatie Museum Voorlinden in Wassenaar. Open: elke dag 11-17 uur. T/m 26 maart. www.voorlinden.nl

Deze tekst verscheen eerder als ‘Visualia’ in het Dagblad van het Noorden.

Krakende vloeren en klopgeesten

Krakende vloeren en klopgeesten

personal-shopper - kristen-stewart-
Maureen (Kristen Stewart) houdt de wacht in het oude huis in ‘Personal Shopper’ van Olivier Assayas.

(BOS) Gisteravond ‘Personal Shopper’ van Olivier Assayas, met Kirsten Stewart in de hoofdrol, gezien in Filmmuseum Eye in Amsterdam.
Kristen Stewart als Maureen draagt deze film vrijwel in haar eentje. Zij is de personal shopper van een gevoelloos supermodel en draagt de verantwoording voor het inslaan en aanslepen van steeds nieuwe kleding en accessoires. Haar broer is overleden, ze lijdt een eenzaam bestaan

We leren haar niet echt kennen, los van wat ‘weetjes’, zoals ze zich zelf, evenals haar overleden broer, als een medium beschouwt en dat ze de afspraak met hem heeft dat hij zich kenbaar zou maken vanuit het hiernamaals. Dat lijkt ook te gebeuren. Op dat punt is Personal Shopper wordt onvervalste horrorfilm met alle clichés die we daarvan kennen. De hoofdpersoon doet wat wij nooit zouden doen, namelijk in een stikdonker, verlaten oud huis bivakkeren met krakende vloeren en klopgeesten. Kan dat, een verhaal over rouwverwerking, zoals Assayas beweert, in de vorm van een horrorfilm? Natuurlijk, er zijn genoeg horrorfilms die in wezen rouw en schuldgevoelens symboliseren. Maar in Personal Shopper blijft de hoofdpersoon afstandelijk en in zichzelf opgesloten en kunnen we ons maar moeizaam identificeren met haar mentale situatie. Wie gaat er nu met droge ogen bivakkeren in een stikdonker oud huis met krakende vloeren en klopgeesten?

Een’ sexy spookfilm’, zo wordt ‘Personal Shopper’ van Olivier Assayas in verschillende recensies genoemd. Er komen inderdaad ‘echte’ spoken in voor, van het ectoplasma-soort dat sinds de hilarische Ghostbuster-films niet meer uit de Amerikaanse horrorfilmindustrie weg te denken is. Sexy, omdat de hoofdrolspeler een mooie, jonge vrouw is. Het gaat ook uitgebreid over vrouwenkleding, om het aan en uitkleden, in de kleding van een ander kruipen en om nadrukkelijke naaktscènes die eigenlijk geen functie hebben.

Je zou niet zeggen dat deze film is gemaakt door Olivier Assayas (61) die in 2014 de schitterende ‘Clouds of Sills Maria’ draaide, met Juliette Binoche, Chloë Grace Moretz en eveneens Kristen Stewart in de hoofdrollen. Assayas is een meester in het voelbaar maken van wat niet expliciet te zien is, onderhuidse gevoelens tussen mensen, de spanningen in de relatie tussen de drie filmpersonages. Wat in Clouds of Sills Maria voelbaar wordt gemaakt, de jaloezie, idolatrie en angst voor het ouder worden, in wisselwerking met de natuur, zoiets ontbreekt in Personal Shopper geheel. De eindeloos herhaalde shots van Maureen op een scooter door Parijs, de langdurige close ups van haar IPhone waarop ze gestalkt en bedreigd wordt door een onbekende die overal tegelijk aanwezig lijkt te zijn, het gaat irriteren omdat ze in filmisch opzicht geen verbinding lijken te vormen met het echte verhaal. Bovendien zijn zulke shots foeilelijk.

In de slotscène maakt Asayas duidelijk waar het hem nu eigenlijk om ging. Zijn film gaat over eenzaamheid. Maar moeten de horrorscènes de gevoelsleegte van Personal Shopper film maskeren? Het is mooi om bijna twee uur naar Kristen Stewart te kijken, dat vond Assayas kennelijk ook. Maar ze heeft een betere film verdiend.

Verschrikkelijk om te zien

Verschrikkelijk om te zien

brimstone-venice-3
De duivelse dominee (Guy Pearce) houdt zijn donderpreek voor zijn gemeente in ‘Brimstone’ van Martin Koolhoven.

(BOS) De film ‘Brimstone’ van Martin Koolhoven is precies wat de titel betekent: een purgeermiddel. Purgeermiddelen werden in vroeger tijden toegediend als straf en als correctiemaatregel met braken en diarree tot gevolg. Op deze manier kon het lichaam gezuiverd worden van zonde en andere ongerechtigheden.
Brimstone speelt zich af in zo’n tijd, eind negentiende eeuw in Amerika, het Wilde Westen, waar gelukszoekers en geloofsijverigen uit Europa hun nederzettingen oprichtten. We hebben het in de bioscoop kunnen zien, in het mateloos populaire genre Western waarin mensenlevens niet telden.

Brimstone is zo’n western, maar dat niet alleen. Ook in deze film komen we gewelddadige cowboys, onbetrouwbare sheriffs, louche dominees en mooie vrouwen tegen om wie in saloons en bordelen gevochten werd. In Brimstone zijn het niet de corrupte rangers en pistoolhelden die de belangrijkste rollen vullen, zoals in de gelijknamige western Brimstone van Joseph Kane uit 1949, maar vrouwen. Zoals Liz (Dakota Fanning) , een jonge vrouw die in het verleden haar tong kwijtraakte. Met haar man, dochter en stiefzoon bewoont ze in vrede een boerderij in een kleine nederzetting. Totdat een nieuwe, duivelse dominee (Guy Pearce) en zijn vrouw (Carice van Houten) arriveren en hij in het naburige kerkje zijn donderpreken houdt.

In de klassieke western wint Goed het aan het eind altijd van het Kwaad. Aan zo’n simpel verhaal had Martin van Koolhoven niet genoeg. Hij maakte van zijn western tevens een horrorfilm en gaf te kennen dat het hem zelfs daar niet om ging, maar om een feministisch georiënteerde vrouwenfilm. De vrouwen zijn de heldinnen in zijn verhaal.
Maar niet zomaar. We zijn er namelijk twee-en-een-half uur getuige van hoe mannen vrouwen behandelen en hoe er over en weer wraak wordt genomen. Angst is de hoofdrolspeler in Brimstone. Elke tien minuten van de film wordt er iemand opgehangen, verbrand, doodgeschoten (zo expliciet mogelijk), gemuilkorfd, tong uitgesneden, geslagen (zo hard mogelijk) en met de zweep bewerkt (zo bloedig mogelijk), ook de dertien-jarige dochter van Liz (Emilia Jones) die bovendien gedwongen wordt getuige te zijn van een brute verkrachting in het bordeel. De dominee richt vervolgens een verlekkerd oog op deze jonge spruit.
Kennelijk heeft Martin Koolhoven uitgebreide studie gedaan van alle sadistische wreedheden in het Wilde Westen. En maakte er vervolgens veel werk van om dat de filmkijker in te wrijven. Halverwege de film verlang je er naar dat deze hel van verschrikking en lijden achter de rug is. Mij overkwam het dat ik tijdens het kijken boos werd. Deze orgie van geweld, er zullen ongetwijfeld liefhebbers van zijn, maar je verwacht iets anders van een film.

Slaan alle verschenen jubelende recensies dan nergens op? Filmisch gezien valt er veel te beleven aan Brimstone. De mise-en-scène is schitterend, er wordt goed in geacteerd, al is het zoals het een western en een horrorfilm betaamt, een oppervlakkig spektakel. Bijna niemand van de personages krijgt enig reliëf, psychologisch profiel. Maar zo’n scène van een koetsje waarin Liz, haar stiefzoon en dochtertje op de vlucht, van grote hoogte gezien, door een besneeuwd dal rijden en dan vervolgens een wolk binnenrijden waardoor ze in een winters woud verdwijnen is bloed- en bloedmooi. Een meesterwerk waardig. Maar een meesterwerk is het niet. Niet inhoudelijk. Een feministische film dan? De weinige vrouwen die deze orgie overleven hebben zwaar moeten boeten voor hun verzet tegen de overdreven mannelijke vernietigingsdrang. Het kostte hun schoonheid, hun leven, hun lichaam en uiteindelijk gaat ook Brimstone eraan ten onder.

 

 

Ongelooflijk sterk spel van Isabelle Huppert in ‘Elle’

Ongelooflijk sterk spel van Isabelle Huppert in ‘Elle’

elle-tournage-du-film-elle-avec-isabelle-huppert
Paul Verhoeven regisseert Isabelle Huppert in de film ‘Elle’.

(BOS) Gisteravond zagen we de film ‘Elle’ van Paul Verhoeven in De Bios in Heerenveen, de enige bioscoop in de buurt waar deze met twee Golden Globes gelauwerde film vertoond werd.
Iedereen weet inmiddels dat Elle een verkrachtingsfilm is, dat maakt dat je de film misschien niet wilt zien of met enige aarzeling gaat kijken. Dus zetten wij ons schrap, ook al omdat Paul Verhoeven gewoonlijk niet de meest zachtzinnige cineast is in het weergeven van menselijk gedrag. In bijna al zijn films gaat het om extreme omstandigheden waarin mensen zich extreem gedragen. In Paul Verhoevens donkere mensbeeld is de mens geneigd tot het ergste. En dan denken we aan Verhoevenfilms als Turks Fruit, De Vierde Man, Spetters of Basic Instinct met personages die er een amoraal karakter op na houden, wat iets anders is dan immoreel te zijn. Voor die karakters zoekt Verhoeven steevast actrices die dat vorm durven te geven. Monique van de Ven, Renée Soutendijk, Jennifer Jason Leigh, Sharon Stone, Carice van Houten. In Elle is dat de fantastische actrice Isabelle Huppert die alle Verhoeven-actrices overschaduwt in de rol van Michèle, een harde zakenvrouw met een game-bedrijf die slachtoffer wordt van een ernstige verkrachting.

Verhoeven grijpt ons bij aanvang van de film meteen bij de lurven. De beelden die volgen van een man die het appartement van Michèle binnendringt zijn van een dusdanig hevigheid dat de toon meteen gezet wordt.
Bij bijna elke film van Verhoeven twijfel je aan de psychologische logica van zijn verhaal, dat geldt overigens voor de meeste thriller- en horrorfilms. Kan het eigenlijk wel dat het slachtoffer Michèle nota bene een bedrijf runt waar zeer gewelddadige en vrouwonvriendelijke games worden gemaakt. Is het wel logisch dat zij na de verkrachting met de overbuurman, de vermoedelijke verkrachter, gaat flirten? Dat ze, in een voor Amerikaanse begrippen zeldzame masturbatiescène, klaarkomt door via een verrekijker naar hem te loeren? Is het wel normaal dat ze met de man van haar directe vrouwelijke zakenpartner tussendoor een snelle wip heeft? Is zíj wel normaal?

Als je in de loop van de  film erachter komt wat het verleden van Michèle is geweest, hoe getraumatiseerd en beschadigd ze is geraakt met een vader die levenslang kreeg na het uitmoorden van een naburig gezin, dan blijkt haar harde karakter en haar promiscuïteit een overlevingsstrategie te zijn, een voortdurende poging om controle over de verschrikkingen in haar leven te krijgen. Dat uit zich in het manipuleren van de dader, die niet in staat is tot gewone seks, maar alleen met geweld en onderwerping zijn bevrediging kan vinden.

Elle is in dat opzicht geen echte wraakfilm, die zijn er genoeg maakt, veel harder zelfs, meestal zonder dat de hoofdpersoon psychologische diepte krijgt. Elle is dan ook een psychologische thriller waarbij Michèle ons op de huid zit en die ons dwingt in haar logica mee te gaan. Isabelle Huppert geeft dat ongelooflijk vorm. Met haar spel, met haar aanwezigheid en haar inzet overtuigt ze ons volledig, zelfs als zijn we nog niet helemaal klaar met de schijnbaar onlogische ontwikkelingen en het onvoorspelbare gedrag van Michèle in een ruim twee uur durende film die precies de lengte heeft die nodig is. Een harde film, die je aan het denken zet, waar je ’s nachts in bed nog over nadenkt, maar alleen al door de manier waarop Isabelle Huppert haar rol vertolkt is Elle een bijzonder sterke en indrukwekkende film geworden.

Een raadselkist

Een raadselkist

antonia-rehnen-collageCollage van Antonia Rehnen.

(BOS) Onlangs kochten wij een kleine collage van de Duitse kunstenaar Antonia Rehnen (1986 – Haren/Ems, Duitsland). Die doet denken aan een illustratie bij een sprookje. Het stelt een drijvende, geopende schatkist op de golven voor, zo’n middeleeuwse schatkist met een heel ingewikkeld slotsysteem dat kennelijk van het dek van een piratenschip is gegleden en te water is geraakt. De jonge vrouw op de rand kijkt in de kist. Ziet ze daar een schat of is de kist leeg? En is het wel een schatkist van een piratenschip? Het kan ook een exemplaar zijn dat in de kelders van een koninklijk paleis stond of op het ministerie van financiën. Misschien is de kist in het water gegooid toen de bodem in zicht kwam. Maar hoe komt die jongejuffrouw op de rand van de kist terecht? Zwom ze of dreef ze in het water en klom ze op de kist om haar hachje te redden? Vragen, vragen.

De zee maakt een behoorlijk deining, de lucht ziet er onrustig uit, vlekken, vegen en krassen als op een ets. Antonia Rehnen gebruikte een ets, plakte daar een stuk oceaan op en een geopende schatkist en projecteerde de jongejuffrouw op de rand van de kist. Een collage is het. Knippen en plakken op een ouderwetse manier. Daar is ze heel goed in, op die manier collages maken.
Los van de charmante techniek raak je geïntrigeerd door de voorstellingen die ze creëert. Haar collages doen aan middeleeuwse of negentiende-eeuwse  werelden denken, aan sprookjes, aan illustraties uit heel oude tijdschriften. Ik denk dat die haar fantasie in werking stellen, en dat ze een hele wereld, een verhaal, een gebeurtenis, in een afbeelding vermoed die ze vervolgens in een kunstwerkje omzet.

Ze maakt ook animatiefilmpjes. Die zijn echt heel leuk. Een beetje Monty Python-achtig. Bewegende beelden die de oude tijd en onze tijd met elkaar verbinden. ‘Ik kan daarmee door de tijd reizen,’ zegt ze daar zelf over. Ze begint met een beeldfragment en bouwt daar van alles omheen. Zo leidt een beeldfragment zomaar naar een verhaal. Bild im Kopf.  Een fascinerend oeuvre.

www.vimeo.com/antoniarehnen