De weg naar de vrijheid
Florence Pugh als Katherine in ‘Lady Macbeth’ van William Oldroy.
Copyright: independent.co.uk
(BOS)Een grimmige ‘Lady Chatterley’s Lover’, zo zou je de roman ‘Lady Macbeth uit Mtsensk’ uit 1865 van de Russische schrijver Nikolaj Leskov kunnen noemen. Lady Chatterley van D.H.Lawrence (1928) werd gezien als een pornografische versie van ‘Madame Bovary’ van Gustave Flaubert en meteen verboden. Alledrie gaan ze over een vrouw die opgesloten zit in haar huwelijk en de zeden en gewoonten van haar tijd. Ze zoekt de vrijheid in een wilde affaire met een andere man. Als je de drie romans met elkaar vergelijkt, blijkt dat in Lady Macbeth uit Mtsensk de vrouwelijke hoofdpersoon een stuk krachtiger en opstandiger is uitgewerkt. Dat ze niet alleen veel explicieter voor haar seksuele behoeftes opkomt, maar ook meedogenlozer is in de wraak op degene die haar haar vrijheid ontnam. Als een Shakespeariaanse Lady Macbeth deinst ze zelfs niet terug voor moord.
De film ‘Lady Macbeth’ van William Oldroy sleurt ons zomaar de negentiende eeuw binnen, een tijd die zo dicht bij de onze ligt, maar zo anders was. Zoals mannen en vrouwen met elkaar omgingen. Ingesnoerde vrouwenlevens. Onbestorven weduwes.
De interieurs in de film doen denken aan die van de Deense schilder Vilhelm Hammershoi (1864-1916). Daarin is steevast een vrouw aanwezig, vaak van achteren bezien. We kijken naar haar zoals ze onderdeel is van het interieur, voor een kast, bij een tafel, achter een deuropening, of door een raam naar buiten staart. Ze kan de vrouw des huizes zijn, maar ook zomaar een dienstmeisje. Zonder betekenis. Zoals in ‘Lady Macbeth’ het dienstmeisje geen zelfbeschikkingsrecht heeft, zomaar een prooi van mannenhanden is, of van de grillen van mevrouw. Dat zien we in een confronterende stalscène hoe mannen dat dienstmeisje te grazen nemen. Waarbij ze nauwelijks verschil blijken te maken tussen het dienstmeisje en de vrouw des huizes. Omdat ook mevrouw een vrouw is. Je begrijpt niet dat Katherine (Florence Pugh) zich dat laat welgevallen. Sterker nog, dat deze ervaring juist haar verlangen wekt waardoor ze de knecht die haar lastig viel in haar slaapkamer binnenlaat.
Daar gaat het om in de novelle ‘Lady Macbeth uit Mtsensk’, om het verlangen begeerd te worden. Omdat dat verlangen niet wordt vervuld in het leven met haar welgestelde maar wrede echtgenoot. Opgesloten als ze wordt binnen de muren van het landhuis. En dan zo’n bronstige knecht waar de hitte van afstraalt. In haar seksuele drift wordt ze hem zelfs de baas. Haar lichaam is de enige sleutel naar de vrijheid.
Het verhaal sprak zo tot de verbeelding dat er toneelstukken en drie films van werden gemaakt, zelfs een complete opera van Dmitri Shostakovich. Snijdende, emotionele muziek, met meeslepende aria’s. De opera werd in 1936 door de Stalindictatuur verboden. Voor repressieve regimes is seksualiteit nu eenmaal het synoniem van anarchie. De opera volgt onverbloemd de roman. De seksscènes zijn in het theater zelfs explicieter dan in de film. Alles draait om het vleesgeworden verlangen naar aandacht en opwinding van de hoofdpersoon. Om haar honger naar het leven, haar drang om te overleven.
Operaregisseur William Oldroy heeft opvallend genoeg geen muziek in zijn film gestopt. De mise-enscène is sober, zoals we dat bij Hammershoi terugzien. Oldroy moet die schilderijen in gedachten hebben gehad. Een prachtig uitgangpunt, waar het leven teruggevallen is in een tijdloze stilte. Het enige geluid in de film is zo nu en dan een duistere grondtoon, waarbij een glimp van het landschap rondom wordt getoond. In zo’n uitgestorven wereld onder donkere wolkenluchten, is geen leven mogelijk. Je weet daardoor: het gaat mis. Maar je weet nog niet wanneer en met wie.